Preek 9 - 10 juni 2012

Tags: 

Wanneer we in de H. Mis het H. Brood van Jezus breken en delen grijpen we terug op het Laatste Avondmaal van Jezus met zijn vrienden de apostelen. Daar breekt Jezus het brood en maakt er het H. Brood van door te zeggen: “Neemt en eet dit is mijn lichaam.”Zo wordt het gewone brood het H. Brood van Jezus.

Dit gebeuren bij het Laatste Avondmaal is de inspiratie bron voor de leerlingen de apostelen en de vrouwen om na de verrijzenis van Jezus zondags daags na de sabbath bijeen te komen en het H. Brood te breken en te delen. Ze komen te samen om elkaar te ontmoeten, elkaar als Christenen te inspireren en te ervaren wij zijn het volk Gods om samen vorm te geven aan die boodschap van Jezus.

De eerste 10 eeuwen kwamen zo de eerste Christenen zondags te samen. Maar dan in de 11de -12de en 13de eeuw ontstaat de standenkwestie binnen de kerk. Kwam men eerst als gelovigen te samen, had men gewoon menselijk kontakt. In de 10de-11de en 12de eeuw ontstaan de standen binnen de kerk. De hierarchie paus, bisschoppen en pastoors vinden dat zij een aparte plaats in de kerk verdienen. Vooraan in de kerkruimte maken ze eerst het priesterkoor. Daar mogen de gewone gelovigen en de vrouwen zeker niet komen. Geleidelijk met de loop der jaren wordt het priesterkoor opgehoogt en afgesloten met een hek, wat je nu nog kunt zien in de St. Jan in Den Bosch.

Terwijl oorspronkelijk de eerste 10 eeuwen het volk Gods alle gelovigen democratisch het beleid bepaalden in de kerk heeft toen de hierarchie paus, bisschoppen en pastoors alle macht aan zich getrokken en bepalen zij het beleid in de kerk.

Het gaat er dus om bij een H. Mis bij het breken en delen van het H. Brood dat we als het volk Gods te samen komen om ons te bezinnen op de boodschap van Jezus en om onze verbondenheid met Jezus en met elkaar te beleven.

Deze H. Missen kunnen ook geanimeerde samenkomsten zijn. We zijn als het volk Gods te samen. We komen te samen om elkaar te ontmoeten, met elkaar mee te leven en elkaar te inspireren. Dit hoeft geen stijf gebeuren te zijn. Laat het rustig een levendige zaak zijn. In de kerk hoeven we ook niet altijd zo stil en serieus te zijn. Er mag ook gelachen worden. Het feit dat er haast nooit gelachen wordt in de kerk is een teken, dat daar niet voluit geleefd wordt. We zijn niet ontspannen.

Wil een goede geest ons katholiek kerkelijk leven tekenen dan moet allereerst de sfeer in onze kerken ontspannen en inspirerend zijn waar iets van uit gaat.

Het gaat er om dat we na de H. Mis de kerk geïnspireerd door de blijde boodschap van Jezus de kerk verlaten en enthousiast die boodschap uitdragen. Is de sfeer in de kerk positief dan dragen we ook een echte blijde boodschap uit.