Preek 3-4 juli 2009

Tags: 

Hebt u het zo juist voorgelezen evangelie goed verstaan? Er wordt gesproken over de broers van Jezus n.l. Jakobus, Joses, Juda en Simon en over zijn zussen. Volgens deze lezing van de evangelist Marcus was Maria geen maagd. Want ze heeft nog een stel andere kinderen gekregen. Je kunt je de vraag stellen: Is de titel maagd een eretitel? Zij die trouwen luisteren in ieder geval naar God die tot Adam en Eva zegt:”Gaat en vermenigvuldigt je.”

In het zo juist voorgelezen evangelie hoorden we hoe Jezus gevaren is in zijn eigen vaderstad Nazareth. Van de ene kant zijn ze verwonderd en verbaasd om zijn ideeën maar ze wijzen tenslotte zijn gedachten af. Jezus is als Jood geboren en als Jood gestorven. Hij wilde het Joodse geloof vernieuwen. Jezus geloofde in God als een liefdevolle Vader. Daarom had Jezus moeite met verschillende Joodse regels en wetten.

Neem de wet op onreinheid. Zieken, vreemdelingen, vrouwen in de menstruatietijd zijn onrein. Een keiharde wet. Jezus geeft er zelf een voorbeeld van in de parabel van de Barmhartige Samaritaan. Op de weg van Jerusalem naar Jericho ligt een man in elkaar geslagen en gewond. Er komen een priester en Farizeeër langs. Ze lopen met een bocht om de man heen om niet onrein te worden. Ze laten de gewonde man onverzorgd links liggen, want ze willen door het kontakt met een zieke niet onrein worden. Jezus wil in deze het Joodse geloof vernieuwen. Hij ervaart en beleeft God als een liefdevolle Vader en dat wil hij uitdragen. En zo botst hij met keiharde Joodse wetten en regels.

Maar in zijn eigen dorp lukt het niet. Jezus komt niet terug in zijn eigen dorp Nazareth als de Jezus de zoon van Jozef de timmerman. Hij komt terug als ’n profeet een Godsgezant. Dat pikken ze niet in Nazareth. Die gewone timmerman kan toch geen boodschap van God hebben. Hij is niet meer dan ieder ander. Wie denkt hij wel dat hij is. Wat een verbeelding heeft die snotpiek van een Jezus. Denkt hij dat hij ons de les kan komen lezen? Daar komt bij dat hij nieuwe dingen komt zeggen, waarop de dorpsgenoten van Jezus zeggen: “Wat verbeeldt hij zich met al die nieuwe ideeën en gedachten.”

En toch. Dit is voor ons de les. Jezus is voor deze mensen een gewone mens. Maar een gewone mens kan ook voor ons ware dingen zeggen. Een vader, een moeder, een broer, een zuster kunnen ons ware dingen zeggen. Gods woord komt op allerlei wijzen tot ons. Als we maar open staan voor Gods woord. God kan tot ons spreken door gewone mensen zelfs door kinderen.

H. de Valk