Preek 25 - 26 augustus 2012

Tags: 

“Naar wie zouden wij anders gaan?” - Evangelie Joh. 6,60-69.

´Heer, naar wie zouden we anders gaan U hebt woorden van eeuwig leven´.
Die uitroep van Petrus springt eruit in het evangelie van vandaag. Het is een heftige, emotionele uitroep.
Er is blijkbaar een crisissituatie ontstaan onder de leerlingen. De zaak is hoog opgelopen.

Ieder maakt wel crisissituaties mee in zijn leven. Periodes waarin je echt helemaal in verwarring kunt zijn en je niet weet waar je het zoeken moet.
- Ik bedoel niet dat je zomaar even een dag van slag bent, morgen weer beter. - Maar dat je het gewoon niet meer weet. Je leven lijkt eerder een chaos. Alles zit je tegen. Teleurstelling. Je voelt je alleen, hulpeloos, ontredderd. Je voelt je ziek.

Zo kreeg ik van de week een brief van iemand die pas haar jongste zusje verloren had. Het had haar erg aangegrepen.
En nu kort daarna waren haar nog twee mensen ontvallen, lieve mensen, die haar nabij waren. Met een tussenpoos van 2-3 dagen, man en vrouw. De vrouw wist zelfs niet dat haar man al gestorven was.
Je kunt je voorstellen dat iemand die het van nabij meemaakt, er erg door aangeslagen kan zijn, en het zelf even helemaal niet meer ziet zitten, het leven niet, de toekomst niet. Waar leidt alles toe? Dan helpen geen mooie woorden. Ze schrijft: ‘Ik heb het er moeilijk mee.’ -Dat spreekt boekdelen.

Er kunnen zich allerlei omstandigheden voordoen waardoor je met het leven in de knoop raakt, ziekte, werkeloosheid, armoede, een vastgelopen relatie, een moeilijke levenskeuze, enz. Het liefst zou je dan de handen voor de ogen willen slaan en niets meer willen denken of voelen.

Er zijn mensen die zó in radeloosheid gevangen zitten, dat ze er niet meer uit loskomen. Hun dagelijks leven is uitgegroeid tot angst, het leven wordt een bedreiging. Er is nergens houvast. Geen woord of gebaar dat aankomt, alleen ontreddering. Het kan er toe leiden dat mensen zich van het leven beroven. Als een bevrijding.

Er zijn veel situaties denkbaar waardoor mensen, ook wijzelf, ontredderd kunnen raken en maar met moeite het hoofd boven water kunnen houden. - Mensen hebben elkaar zo nodig!

Iets dergelijks beluister ik ook in de woorden van Petrus in het evangelie: “Heer, naar wie zouden wij anders gaan?” Petrus is een flapuit. Hij heeft het hart op de tong. Er is blijkbaar een hevig conflict ontstaan in zijn kring. Er zijn leerlingen van Jezus die afhaken. Er zijn woorden gesproken die ze niet meer kunnen meemaken. Harde woorden voor hun oren. Kunnen ze nog wel langer met die Jezus meegaan? Hoe kan hij nou zichzelf als brood te eten geven? Ze vatten zijn woorden letterlijk op Willen ze niet verstaan wat Jezus eigenlijk bedoelt? Dat hij als brood voor hen wil zijn? Broodnodig om staande te blijven? De twijfel slaat toe.
Het gaat dieper. Kies je voor de man van Nazareth of niet?

Eigenlijk willen ze iemand die aan de weg timmert, grootse daden verricht waar ieder versteld van staat en die geen twijfel toelaten.
Het moet gezegd, de weg van Jezus is geen triomftocht van macht en uiterlijk vertoon. Jezus spreekt de mensen aan in het diepste van hun mens-zijn. Hij gaat een weg op waar niet direct eremedailles te behalen zijn. Hij vertrouwt mensen toe aan elkaar, mensen voor mensen. Dat bouwt in waarheid een nieuwe wereld op.

Toch ligt ook voor ons de verleiding van het klatergoud en de schone
schijn op de loer. We laten ons gemakkelijk verlokken.
Maar als de kortstondige houdbaarheid van die schone schijn tot ons doordringt, mogen we dan met Petrus kunnen zeggen: “Heer, tot wie zouden wij anders gaan? U hebt woorden van eeuwig leven”

Als angst en teleurstelling ons overvallen, als het ons zwart voor de ogen wordt en ons leven in een crisis geraakt, als ieder uitzicht ons ontnomen wordt, mogen er dan mensen zijn die door Jezus’geest geraakt, ons terzijde staan en ons vergezellen, zodat wij niet alle grond onder de voeten verliezen,
maar weer opkrabbelen en verder kunnen gaan op de weg die voor ons ligt. Onze levensweg.

Jaap Ditters