Preek 15 - 16 september 2012

Tags: 

Vredesweek - ‘Kies - wijzer’

Evangelie Marcus 8,27-35.

Het rumoer van de verkiezingen is voorbij. Nederland heeft gestemd. De kaarten zijn geschud en we hopen dat we een goede regering krijgen en dat de verwachtingen die zijn gewekt, worden wáár gemaakt!

In het evangelie is óók sprake van een soort keuze die gemaakt moet worden. Wie is die Jezus nou?
Gaat het over Johannes de Doper die weer is teruggekomen? Johannes de Doper was namelijk op last van koning Herodes onthoofd.
Of over de profeet Elia van lang geleden, van wie werd verteld dat hij niet gestorven was.
Wat zeggen de mensen?
Wie is Hij? - De vraag van alle tijden.

Dan komt Petrus resoluut naar voren en zegt: U bent de Messias!
Jezus is de Messias, de Redder die komen moet.
Dat woord ‘Messias’ alleen al had in die dagen een magische klank. Bij het horen ervan begonnen allerlei snaren te trillen en gingen de harten sneller kloppen.
Het Joods Volk werd zwaar onderdrukt door de Romeinen die zo’n beetje de hele wereld in bezit hadden.
Als de Messias komt, zal het gehate juk worden afgeschud. Met groot vertoon van macht zal de Messias naar Jerusalem optrekken. Als een geweldenaar zal hij alle tegenstanders verslaan. Onoverwinnelijk zal hij zijn! - Zo was de verwachting van velen.

Maar deze Messias Jezus heeft niets met geweld en macht, zo wordt ons in het evangelie verteld. Dat leidt van kwaad tot erger. Macht en geweld zaaien dood en verderf. We zien dat heel de geschiedenis door, tot op de dag van vandaag. Syrië - Afghanistan. Onbeschrijfelijk leed en zinloze vernieling. De waanzin ten top.

Om alle valse verwachtingen de pas af te snijden, volgt er in het evangelie na de uitspraak van Petrus een anticlimax. Jezus vertelt dat hij zal moeten lijden, dat hij zal worden verworpen door de leiders van het volk en zal worden gedood.
- Maar dat kan toch niet, denkt diezelfde Petrus. In Petrus’hoofd spelen nog de Messias-verwachtingen van opstand, overwinning en triomf!
Dat zal niet gebeuren, Meester!, zegt hij.
Maar Petrus moet bakzeil halen. Hij wordt terecht gewezen. Petrus, je bent niet bedacht op wat God wil.

Er staat nog meer. “Als iemand mijn leerling wil zijn, zal hij zijn kruis moeten opnemen en Mij volgen”.
Dat moeten we natuurlijk niet naar de letter verstaan. Bedoeld is dat we de consequenties moeten aanvaarden van onze keuze voor Jezus. Ook als die pijnlijk zijn en offers vragen.
Als wij voor Jezus kiezen, is het geen kwestie van met een rood potlood een vakje invullen op een stembiljet.
Jezus heeft niets - helemaal niets - met mensen die hem met de mond belijden, goede sier maken met zijn naam, en daarmee uit.

Als iemand mijn leerling wil zijn, dan heeft dat consequenties. Er wordt wat van ons gevraagd.
Misschien zal het volgelingschap van ons met horten en stoten gaan, soms zal het te wensen overlaten, maar het moet duidelijk zijn voor wie wij gekozen hebben.

Marcus, de evangelist, wil dat wij met Petrus zeggen: U bent de Messias.
Want Hij is het in wie ook wij Gods aanwezigheid gevoeld hebben.
Bij Jezus horen we Gods woord in mensentaal. Gods licht heeft in Hem geschenen.
Hij geeft houvast en betekenis aan ons leven.
Door Hem mogen wij er op vertrouwen dat ons leven in Gods handen ligt.
Dat God de vervulling zal zijn van de hoop en de verwachtingen die in
ons mensenhart verborgen liggen.

Jaap Ditters.