Tags:
Het evangelie van vandaag geeft te denken. Wanneer de evangelist Matteüs zijn evangelie schrijft is het rond het jaar 75. Er is ondertussen veel gebeurd. De apostelen zijn na de dood van Jezus eerst onder de Joden de boodschap uit gaan dragen. Later onder de niet-Joden en daar vindt hun boodschap meer gehoor dan bij de Joden. Tenslotte heeft hij in het jaar 75 meegemaakt, dat de Romeinen het opstandige Jeruzalem hebben veroverd en de stad en de tempel hebben verwoest en met de grond gelijk gemaakt.
Heel dit gegeven verwerkt Matteüs in zijn evangelie. De Joden zijn de gasten die allereerst worden uitgenodigd en niet komen. Dat de koning woedend wordt en de moordenaars om laat brengen en hun stad in brand steekt slaat op de verwoesting van Jerusalem in het jaar 70 door de Romeinen. Al de mensen die op de kruispunten van de wegen worden uitgenodigd slaat op de niet-Joden de heidenen bij wie Jezus boodschap wel overkomt.
Van de andere kant is het duidelijk. De koning nodigt uit voor een bruiloftsmaal voor een samen zijn om samen iets van het feest te maken. Tegelijk verwacht hij iets van ons, want de man zonder bruiloftskleed wordt er uitgegooid.
Maar dit is wel duidelijk. Jezus heeft een droom van het volk Gods. Telkens en telkens komt in het evangelie de droom van Jezus naar voren, dat hij mensen te samen wil brengen en daarmee dat het volk Gods vorm krijgt. Jezus gaat aan tafel. Hij eet met tollenaars en hoeren. Hij spreekt van het Rijk Gods als van een eeuwige maaltijd, waar de mensen gelukkig zijn met elkaar.
De H. Mis is een maaltijd. De eerste keer dat Jezus dit vierde was bij het Laatste Avondmaal. Toen zat Jezus met de apostelen rond een tafel. Jezus heeft een gemeenschap van volgelingen gevormd.
Ik geloof als we helemaal in de geest van Jezus de H. Mis hier zouden vieren, dat we het op deze wijze zouden doen. Bij het binnenkomen in de kerk zouden we elkaar begroeten en elkaar zoeken. U zou echt rond de tafel plaats nemen. We vormden een gemeenschap het volk God samen onderweg. We zouden elkaar aan spreken en in gesprek gaan. De H. Mis zou geen solonummer van de priester of voorganger zijn. De pastor of voorganger zou een thema aansnijden maar de H. Mis zou een samenspraak zijn van de aanwezigen. Ieder die wilde mocht dan zijn mening naar voren brengen, want samen zijn we het volk Gods.
Onze misvieringen zouden veel levendiger zijn en ons mensen meer aan het denken zetten. We zouden veel persoonlijker en betrokken bij de H. Mis stil staan. Er zou veel meer van ieder van ons uitgaan. We zouden veel betrokkener bij het gebeuren zijn. We zouden ook meer op elkaar betrokken zijn en met elkaar meeleven. Op zich een waardevolle zaak. Want wanneer ik hoor dat er zoveel mensen onder ons eenzaam zijn. Dan zou zo’n misviering ons veel meer raken en de eenzaamheid waar velen onder ons aan lijden, genezen.
Beste mensen waar het me omgaat. Laten we ons leiden door die boodschap van Jezus dan is de kerk een gemeenschap het volk Gods. Het volk Gods samen onderweg. En als leden van het volk Gods zouden we veel voor elkaar betekenen.
H. de Valk