Preek 20 maart 2008

Tags: 

Witte Donderdag

Jezus beleeft met het oog op zijn dood zijn verbondenheid, zijn vriendschap met zijn leerlingen. Door het contact met zijn leerlingen. Het samen optrekken, het met elkaar meeleven. Zo was de groep vrienden en vriendinnen een hechte vriendenkring geworden. Hij hield van die mannen en vrouwen en zij van hem.

Hij wil hen nog zijn idealen meegeven, dat hij niet voor niets geleefd heeft. Hij hoopt dat zijn idealen bij de leerlingen voortleven. Zij zijn werk voortzetten. Het geloof in Jahweh de mensen gelukkig blijft maken. Hij houdt 2 afscheidsreden, waarin hij spreekt over de onderlinge liefde. Het gaat om de liefde. Hij heeft zijn leerlingen liefgehad. Laten zij nu elkaar liefhebben. Laat dit het teken zijn dat ze volgelingen van hem zijn.

Daarnaast beseft hij dat de wereld hen zal tegenwerken zoals de Joodse overheid ook hem kwijt wil. Hij waarschuwt hen hiervoor. Hij bidt het indrukwekkend Hogepriesterlijk Gebed, waarin hij bidt voor zijn leerlingen maar ook voor al diegenen, die in hem geloven. De wijze waarop Jezus God als zijn Vader aanspreekt maakt een diepe indruk.

Jezus begint het samenzijn met het wassen van de voeten van de leerlingen als teken. We moeten elkaar dienstbaar zijn. In Palestina liepen de mensen met blote voeten in sandalen op stoffige wegen. Voeten werden al gauw vuil. Daarom was het de zorg van slaven en dienaars om de voeten van de mensen te wassen. Jezus wast de voeten van de apostelen. Hij wil hun dienaar zijn. Zo geeft hij hen een voorbeeld een teken hoe zij met elkaar om moeten gaan elkaars dienaars zijn. Je medemensen dienen.

Jezus voelt dat dit zijn laatste avond wordt. Hij zal afscheid van hen moeten nemen. Juist dit afscheid geven zijn woorden en daden een geweldige geladenheid. Jezus wordt als elk mensenkind oog in oog met de dood ongekend en als nooit tevoren zichzelf. Dan neemt Jezus brood en wijn. Hij breekt het brood en deelt de brokken uit. Hij zegt daarbij:”Dit is mijn lichaam”. Zoals hij dit brood breekt en deelt zo zal hij zichzelf blijven geven. Hij geeft zich zo dat zijn lichaam gebroken wordt en het hem zijn leven kost.

Je aan elkaar geven en blijven geven. Dat beleeft Jezus in het breken en delen van het brood. Juist dan komen wij tot intense verbondenheid, tot echte gemeenschap. Dat was het geluk van de leerlingen met Jezus. Zij horen bij elkaar. Zij trokken samen op. Samen gingen ze door het leven.

Zo is ons de H.Mis de herhaling van het Laatste avondmaal gegeven om elkaar te vinden. Samen ons brood breken en delen in de naam van Jezus en zo ook Jezus in die verbondenheid te ervaren. Bij de H.Mis gaat het er om om onze verbondenheid in Jezus te beleven en te ervaren. Dat dit een levende werkelijkheid is. Dat zal later ook de kracht van de leerlingen zijn hun onderlinge verbondenheid.

Het gaat er dan ook om, dat als wij de H.Mis vieren dit lijkt op het laatste avondmaal. Wij mensen elkaar ontmoeten. Wij door samen te luisteren naar Gods Woord, samen te bidden. Wij door het breken en delen van het H.Brood en de wijn naar elkaar toegroeien. Wij een gemeenschap gaan worden, mensen die door woorden en daden iets voor elkaar betekenen.

H.de Valk