Preek 10-11 mei 2008

Tags: 

Op het feest van Pinksteren

Lucas die het boek “De Handelingen van de Apostelen” geschreven heeft, waar we een gedeelte uit gelezen hebben, heeft er goed over nagedacht hoe hij de komst van de H.Geest zou beschrijven. De H.Geest die aan de leerlingen was beloofd wanneer Jezus zou zijn heengegaan.

Gods Geest is onzichtbaar, zo ongrijpbaar. Lucas vertelt van een hevige wind, van geraas en van vuur. Het greep de leerlingen aan en ze werden op slag andere mensen. Ja, dat moet ook wel! Als Gods Geest vat op je krijgt, dan word je een ander mens!
De leerlingen waren bang geweest en waren angstig bij elkaar gekropen, op één plaats, deur op slot. Maar nu gingen ze naar buiten – weg angst – en spraken vol vuur. De vonken sloegen over naar de mensen die daar verzameld waren en het enthousiasme kende geen grenzen. Ze voelden zich één en eensgezind. Eén van taal.
Het lijkt wel of door Lucas beschreven wordt wat in de jaren daarna zou gaan gebeuren: het christendom, de boodschap van het evangelie, zou zich gaan verspreiden over de toenmaals bekende wereld.

En de landen worden genoemd. Phrygië en Pamphylië, Cappadocië, Pontus en Asia. Ik herinner me dat ik vroeger dacht als ik dit verhaal hoorde: wat zijn dat toch voor landen, vreemde namen.
Het waren gebieden in wat nu Turkije heet en dat vroeger Klein-Azië werd genoemd. En de Parthen, de Meden en de Elamieten woonden in het Oosten, in Iran, wat vroeger Perzië heette.
De mensen waren dus afkomstig uit ieder volk onder de hemel. Ja, wat toen de bekende wereld was.

Voor ons is de bekende wereld veel groter. Hoe is het met de boodschap van het evangelie in de wereld van nu? Die boodschap moest toch gebracht worden tot de uiteinden van de aarde!
Het is nu Pinksteren. In de week vóór Pinksteren wordt ieder jaar onze aandacht gevraagd – en dat is niet toevallig – voor het werk van de Nederlandse missionarissen. Zij zijn op weg gegaan met de goede boodschap zoals destijds de apostelen. Laten we daar even in vogelvlucht naar kijken?
Een jongen op school vroeg: Zijn ze ook bij de Eskimo’s geweest? Ja zeker, de paters Oblaten zijn daar naar toe geweest en dat was heel moeilijk. Evenals bij de Indianen in Amerika.
Het grootste land van Zuid-Amerika is Brazilië. Het land is zo groot als heel Europa. Missionarissen van vele Orden en Congregaties zijn daar naar toe gegaan. Een aantal van hen is gestorven in het Noorden van Brazilië dat vanwege het ongezonde klimaat de ‘Groene hel’ wordt genoemd.

In praktisch alle landen van het grote werelddeel Afrika zijn missieposten te vinden. De missionarissen hebben er scholen, ziekenhuisjes en kerkjes gebouwd, gezorgd voor onderwijs en gezondheidszorg. Ze hebben er onderricht gegeven in hygiëne en goede landbouwmethoden. Het betreft zusters, broeders en paters. Al lang voordat het woord ontwikkelingshulp werd uitgevonden, hebben ze het evangelie daar in praktijk gebracht. In Oeganda, Kenia, Tanzania, Ghana, Angola, Kongo, Malawi, Zambia, Mozambique, Madagaskar, enz.
Ook in het enorme land Kongo, waar nog zoveel rechteloosheid heerst en ons gruwelijke verhalen van wreedheid en verkrachting bereiken.

Nog herinner ik me – ik moet het u vertellen – hoe in de maand mei 1965 het bericht kwam dat in Noord-Kongo 24 missionarissen waren vermoord. In het bisdom Bondo en Buta. Meerderen van hen heb ik goed gekend, ik heb samen met hen gestudeerd. Niet door eigen mensen waren ze vermoord, maar door een rondtrekkend, niets ontziend rebellenleger. Dit is het trieste gedachtenisprentje met de 24 foto’s van hen. De twee jongsten waren 31 jaar oud, afkomstig uit Uden. Ze werden afgemaakt, hun lichamen in de rivier gegooid en niet meer teruggevonden.

In Azië bewonderen we het werk van Moeder Teresa en haar zusters. Zij ontfermen zich daar over mensen die liggen te sterven langs de straten van de grote steden. Er wordt nauwelijks naar omgekeken. Er zijn vele missionarissen vanuit Nederland naar Indonesië gegaan, duizenden in de loop der jaren, naar Java, Sumatra, Borneo, Celebes-Sulawesi, de Kei-eilanden, Nieuw-Guinea, Flores, Timor. Het onderwijs op de missiescholen was van de hoogste kwaliteit.

Er zijn ook fouten gemaakt bij het missiewerk in het verleden. Er is zeker het nodige misgegaan. Men heeft gehandeld zoals men toen dacht dat het goed was.
Maar er zijn vele helden onder de missionarissen. Denken we alleen maar aan Peerke Donders uit Tilburg en pater Damiaan uit Vlaanderen, die naar de melaatsen gingen die uit hun gemeenschappen gestoten waren en aan hun lot werden overgelaten. Zij zijn één van hen geworden.

We vieren het feest van Pinksteren. Je vraagt je af of Gods Geest ook niet meer grip zou mogen krijgen op ons. Af en toe zou er een stormwind mogen opsteken om ons uit de sleur te halen en ons open te breken. Want zoals de vorig jaar overleden Jos Brink zei: aan ons is het erfgoed van het evangelie toevertrouwd.

Je kunt er van dromen dat Gods Geest eens radicaal bezit van de mensen zou nemen. Wat zou de wereld anders zijn!

Er is nog zoveel ellende en onrecht, onverdraagzaamheid, zoveel najagen van eigenbelang. Je mag niet wanhopen. Maar soms word je door twijfel overvallen.

Zal het ooit nog wat worden?
Kom H.Geest, vervul de harten van Uw gelovigen!

J.Ditters