Preek 9-10 februari 2008

Tags: 

Vroeger zagen we God als een strenge en keiharde God. Waren we zondags niet naar de kerk geweest of waren we onkuis geweest dan hadden we ’n doodzonde op ons geweten. Zouden we dan sterven dan gingen we voor eeuwig naar de hel. Zouden we eeuwig in het hellevuur moeten branden.

Dit beeld van die strenge en keiharde God kennen we niet meer. Jezus heeft ons in de parabel van de verloren zoon laten zien, dat God een barmhartige en liefdevolle vader is. Hopelijk kent u die parabel nog. De zoon heeft het geld van zijn vader met vrouwen en feesten er doorgejaagd. En keert die zoon dan straatarm en hongerig en met hangende pootjes terug in het ouderlijk huis dan heet die vader hem van harte welkom. Hij laat zelfs het gemeste kalf voor hem slachten om feest te vieren voor zijn zoon.

Welk beeld hebben wij nu van God? Hoe ervaren wij God? Hier denk ik aan wat ik eens heel persoonlijk van een jonge moeder hoorde. De vrouw had haar eerste kindje gekregen. Terwijl de baby nog op haar borst lag zei ze uit de grond van haar hart: “Hartstikke bedankt God voor dit lieve kind”. Met haar man had ze dit kind verwekt. Ze had het 9 maanden gedragen. Pasgeboren lag het in haar armen. En spontaan uit ze haar gevoelens en bedankt God.

Geraakt door deze ontboezeming stond ik stil bij het hele gebeuren. Ja de vrouw hield van haar man. Uit deze liefde was een bevrucht eitje ontstaan. In 9 maanden had dit eitje zich ontwikkeld tot een lieve baby. En nu was dit kindje geboren.

Er zo over nadenkend raakte het mij ook. Spontaan voelde ik aan achter heel dit gebeuren moet een geweldig opperwezen staan die dit alles leidt. Al redenerend kwam ik tot een geloof. Maar die vrouw. die dit alles beleefde zei zonder nadenken en spontaan: “Bedankt God.”

Een heel diepe ervaring, die ze de laatste 9 maanden aan de lijf had ervaren bracht haar tot de spontane en diepgemeende geloofsbelijdenis: “Bedankt God.”

Ik geloof dat daar de basis ligt van ons geloof. Mensen doen ’n heel diepe ervaring op. Dit kan zijn bij de geboorte van een kind, bij een wandeling door de natuur. We zien prachtige bossen, bergen of vogels en dieren. Ze maken zo’n indruk op ons dat we spontaan voelen: Hier moet een geweldige schepper achter zitten. Staan we zo open voor God. Dan kunnen we gevoelig worden voor de woorden van Jezus die God zijn Vader noemt. Kunnen wij uit de grond van ons hart Jezus nazeggen: “God onze Vader.” Dan is dit een rijkdom. Het maakt ons leven rijker. We kunnen vol vertrouwen bidden, praten met Onze Vader in de hemel. Het kleurt ons leven, geeft ons vertrouwen, want God is als een Vader voor ons. Ik kan op Hem vertrouwen. Dit geloof, dit vertrouwen in God onze Vader wens ik ons allen toe.

H.de Valk