Preek 8-9 maart 2008

Tags: 

“Vergeef ons onze schuld zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven”. - Evangelie volgens Johannes 11,1-45

‘Vergeef ons onze schuld zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven’.
Dat is misschien wel het moeilijkste gedeelte van het Onze Vader.
Vergeven is soms zo vreselijk moeilijk. “Ik kan het niet”, zei een vrouw, die al jaren geleden door haar man in de steek was gelaten.
Iemand anders zei: “Als het ‘Onze Vader’ hardop samen gebeden wordt, houd ik even mijn mond. Hopelijk zal Onze Lieve Heer mij dat vergeven!”

Wat betekent het eigenlijk ‘vergeven’?
Dat je zomaar alles accepteert en voor lief neemt? Nee, toch!
Stel je voor: iemand vertelt kwaad over jou. Het gebeurt in een groep en je krijgt echt een kwade naam in de buurt. Je wordt zwart gemaakt zoals dat heet.
Moet je dat zomaar nemen en vergeven? Dat kun je gewoon niet.
Maar, stel dat die persoon later naar je toe komt en zegt: ‘Ik heb dingen over jou verteld die helemaal niet te pas kwamen. Ik heb er echt spijt van. Ik had het niet mogen doen. Ik zal proberen het goed te maken, zo goed als ik kan.”
Dan is voor jou het moment aangebroken om aan vergeving te denken en te schenken.

Dat leerden we vroeger al. Daar staat nog een oude biechtstoel. Om de absolutie te krijgen, vergeving, moest je wel spijt hebben.
Stel u voor: iemand kwam in de biechtstoel en vertelde dat hij honderd gulden gestolen had [toen hadden we nog guldens].
Ik denk niet dat de biechtvader gezegd zal hebben: Da’s mooi, daar kun je nog eens lekker van gaan eten. Echt niet!
Hij kreeg te horen: ‘Beste vriend, je bent aan het verkeerde adres. Ga eerst maar die honderd gulden aan de rechtmatige eigenaar teruggeven en zeg erbij dat je er spijt van hebt en dat je het niet nog een keer zult doen’.

Soms is vergeving niet mogelijk als de vergeving niet geaccepteerd wordt.
Ik ken het verhaal van iemand die met een prachtige bos bloemen naar een collega was toegegaan om goed te maken wat er was gebeurd. Hij stond voor de deur, belde aan en de deur ging open. Maar vervolgens werd de deur voor zijn neus dichtgesmeten. Zo is er geen vergeving mogelijk.

Je denkt in dit verband aan het verhaal van de Verloren Zoon in het evangelie. De zoon heeft zijn vader diep gekwetst. Het geld dat hij van zijn vader als erfdeel had ontvangen, had hij erdoor gedraaid, de losbol uitgehangen. – Eén en al ergernis!

Dan komt hij tot inkeer. Hij gaat terug naar zijn vader en zegt: Ik ben het niet waard om nog langer uw zoon te heten. Mag ik bij u terugkomen en uw knecht zijn? Asjeblieft mag het?
De vader omarmt hem. Er is feest! Het feest van de terugkeer, van de vergeving, van een nieuw begin. – Dat voorbeeld mag ons voor ogen staan.

Dan het verhaal van Lazarus uit het evangelie vandaag die uit de doden was opgewekt.
Je kunt je afvragen waarom alleen die ene man, Lazarus, is opgewekt? Hebben al die andere mensen van toen pech gehad? En de mensen van nu? Waarom gebeurt het nu niet meer?
En je denkt: uiteindelijk is toch ook Lazarus gestorven, wéér gestorven.

Het verhaal van Johannes plaatst ons voor raadsels. Maar misschien kan het ons toch enigszins duidelijk worden wat hij bedoelt.
Johannes spreekt in zijn evangelie niet over wonderen, maar steevast over ‘tekenen’ die Jezus verrichtte. En tekens hebben hun betekenis.
Wat is de betekenis van dit verhaal van Lazarus? En van de andere tekens waarvan Johannes vertelt?
Nog zeven andere teken-verhalen heeft hij opgeschreven. Het getal zeven duidt op volheid.
Het eerste was op de bruiloft van Kana, U kent het. Ze hadden geen wijn meer. Op het einde van het verhaal staan er 6 grote kruiken met kwaliteitswijn.
Het betekent overvloed, vreugde.

Een tweede teken betreft de genezing van een man die 38 jaar gebrekkig en verlamd was. Ongelooflijk, een nieuw leven begint voor hem.

Het derde is het verhaal van een blindgeborene. De man kan zien, terwijl hij blind geboren was. Een toekomst gaat open.

En dan vandaag: Lazarus. We weten weinig van hem. Er staat geen enkel woord van Lazarus opgeschreven in het evangelie.
Maar van de zusters van Lazarus des te meer. Ze raken met Jezus in discussie. Zowel Martha als later Maria zeggen met een licht verwijt in hun stem: Heer, als U hier was geweest zou mijn broer niet gestorven zijn.
Het lijkt wel of de discussie het voornaamste is. En Jezus zegt dat Hij de opstanding en het leven is.
Wat daarna gebeurt is als een bevestiging van zijn woorden. Lazarus wordt opgewekt.

Johannes die alles later opschreef, moet een denker, een ziener, zijn geweest.
Jezus is voor hem de door God gezondene. Hij betekent licht en leven en toekomst voor mensen.

Heel droevig is het dat we na het verhaal van Lazarus lezen dat de overheden van het volk vastbesloten waren om Jezus te doden [11,53]. Het zal hen lukken om Hem ter dood te brengen. Jezus geeft het leven, zijn vijanden kiezen voor zijn dood. We zullen het overwegen in de dagen van de Goede Week.
Maar duisternis en dood hebben niet het laatste woord. Dat laatste woord is aan het leven!

J.Ditters