Preek 27-28 september 2008

Tags: 

Wij zijn Oosterhouters, Nederlanders maar ook wereldburgers. De mensen in Uruzgan, Afghanistan, Congo en Dafur zijn ook onze naasten. Natuurlijk zijn ze ons niet zo na als onze familie, vrienden en onze buren. Maar het blijven onze naasten. Kunnen wij Christenen daar aan voorbij leven?

Neen. Maar wat kunnen wij voor hen betekenen. Ze zijn zo ver weg in een heel andere wereld. We kunnen er bij stil staan. Wat is doorgaans de oorzaak de aanleiding tot terreur, oorlog en corruptie?

De armoe, de uitzichtloosheid van velen in die landen. Armoe en honger kunnen agressie oproepen. Want als je vergaat van de honger zou je dan voor je sterft niet een aanslag willen plegen om op die wijze aan eten te komen? In uiterste nood doe je wat om te leven. Desnoods een zelfmoordaanslag om je kwaadheid, je ergernis en verbittering te uiten.

Begrijpelijk als duizenden Nigerianen die in armoe leven de olierijkdom uit hun grond zien wegstromen in grote pijpleidingen. En wie worden er rijker van de oliemagnaten en enige schatrijken Nigeriaanse families. Begrijpelijk is het als die armen hun kinderen zien omkomen van de honger, dat ze een aanslag op die pijpleidingen plegen om zo uiting te geven aan hun honger en pijn.

Wat kunnen wij hier aan doen? Natuurlijk kunnen we als gelovigen niet ingrijpen in Dafur, in Congo, in Uruzgan of Afghanistan. We zien missiepaters, broeders en zusters en leken al veel doen voor de ontwikkeling van verschillende landen. We gaan niet naar die landen toe. Maar we kunnen het ontwikkelingswerk wat er plaats vindt toch ondersteunen. Juist als in die landen de armen weer levenskansen krijgen door de levering van zaad, landbouwwerktuigen, een instrumentarium voor een timmerwinkel voor electriciteit of een autogarage. Dan zien ze het weer zitten en willen ze meewerken aan een betere wereld aldaar. Of zoals iemand van uit ons midden Joop Corte die met zijn vrouw naar Ghana gaat om jongeren daar op te leiden tot automonteur.

Door die mensen in die werelden te helpen met onderwijs kunnen we de mensen nog meer levenskansen geven zichzelf te ontwikkelen. Door ontwikkelingshulp te steunen werken we ook aan vrede, aan betere menselijke verhoudingen. Het Interkerkelijk Vredesberaad en Pax Christi staan hiervoor.

Zo zijn er vele staten die falen door corruptie, terrorisme, onderdrukking en wanbeheer. Daar komt zo maar geen vrede. In landen als Dafur, Somaliƫ, Congo, Soedan en Afghanistan komt er zo maar geen vrede. Het zal jaren duren van vredespolitiek, ontwikkelingshulp en diplomatiek overleg om in die landen vrede te krijgen en een eigen welvaart.

In heel wat Afrikaanse landen is nog steeds armoe, heerst nog onrecht. Dit terwijl deze landen grote rijkdommen aan grondstoffen hebben.

Leren zij die door verzoening en gerechtigheid goed te benutten, dan kunnen deze staten ook tot welvaart en vrede komen. Het is een kwestie van lange adem. Zo kan het nog jaren duren. En zo blijft het voor ons Christenen een zorg totdat in heel Afrika de volkeren in welvaart en vrede leven.

H. de Valk